Читать книгу: «Veranderd », страница 4

Шрифт:

Hoofdstuk Vijf

Caitlin liep snel door een zijstraat in de koude maartnacht. Haar hart klopte nog steeds door het incident met haar moeder. De koude lucht prikte op haar gezicht, en dat voelde goed. Kalmerend. Ze ademde diep in en voelde zich vrij. Ze zou nooit meer terug hoeven naar dat appartement, nooit meer die smerige treden op hoeven lopen. Nooit meer deze buurt te hoeven zien. En ze hoefde nooit meer voet te zetten in die school. Ze had geen idee waar ze heen ging, maar het was in ieder geval ver van hier.

Caitlin bereikte de hoofdstraat en keek op, op zoek naar een gratis taxi. Na en minuut of wat concludeerde ze dat die niet zou komen. De metro was haar enige optie.

Caitlin liep naar het station aan de 135th Street. Ze had nog nooit de metro in New York genomen. Ze wist niet welke lijn ze moest hebben, of waar ze eruit moest, en dit was het slechtste moment voor experimenten. Ze vreesde wat ze tegen kon komen op het station op een koude avond in maart – zeker in deze buurt.

Ze daalde de trap vol graffiti af en stapte naar de kaartjesbalie toe. Gelukkig was die bemand.

“Ik moet naar de Columbus Circle,” zei Caitlin.

De dikke werknemer achter het plexiglas negeerde haar.

“Excuseer mij,” zei Caitlin, “ik moet naar –”

“Ik zei: ‘op dat perron’!” snauwde de vrouw.

“Nee, dat zei u niet,” antwoordde Caitlin. “U zei helemaal niets!”

De werknemers negeerde haar weer gewoon.

“Hoe veel kost het?”

“Twee vijftig,” snauwde de agent.

Caitlin groef in haar zakken en haalde er drie verkreukelde dollarbriefjes uit. Ze schoof ze onder het glas door.

De caissière schoof een metropasje terug, nog steeds zonder haar aan te kijken.

Caitlin haalde het pasje door de lezer en liep door het poortje.

Het perron was slecht verlicht en bijna verlaten. Twee daklozen zaten op het bankje, gewikkeld in dekens. De ene sliep, maar de ander keek op toen zij voorbij liep. Hij begon te mompelen. Caitlin begon sneller te lopen.

Ze liep naar de rand van het perron en leunde erover, kijkend of de trein eraan kwam. Niets.

Kom op. Kom op.

Ze wierp weer een blik op haar horloge. Nu al vijf minuten te laat. Ze vroeg zich af hoe lang het nog zou duren. Ze vroeg zich af of Jonah weg zou gaan. Ze kon het hem niet verwijten.

Vanuit haar ooghoek zag ze iets snels bewegen. Ze draaide zich om. Niets.

Toen ze goed keek, dacht ze een schaduw langs de wit-betegelde linoleummuur zag lopen, die vervolgens de spoorweg opliep. Ze voelde zich alsof ze bekeken werd.

Maar ze keek nog eens, en zag niets.

Ik zie ze vliegen.

Caitlin liep naar de grote spoorkaart. Hij zat vol krassen, scheuren en graffiti, maar ze kon nog steeds de metrolijnen onderscheiden. Ze was in ieder geval op de juiste plaats. Deze metro zou haar direct naar Columbus Circle moeten brengen. Ze begon zich wat beter te voelen.

“Verdwaald, schatje?”

Caitlin draaide zich om en zag een grote, zwarte man boven haar uit torenen. Hij was ongeschoren, en toen hij grijnsde merkte ze dat hij een tand miste. Hij boog zich te ver naar haar toe, en ze kon zijn verschrikkelijke adem ruiken. Een dronkaard.

Ze stapte langs hem heen en liep een paar meter verder.

“Hé kreng, ik praat tegen je!”

Caitlin bleef lopen.

De man leek high, en hij slingerde en struikelde terwijl hij langzaam haar richting op kwam. Maar Caitlin liep veel sneller, en het was een lang perron, dus er was behoorlijk wat ruimte tussen hen. Ze wilde graag nóg een confrontatie voorkomen. Niet hier. Niet nu.

Hij kwam dichterbij. Ze vroeg zich af hoe lang het zou duren voor ze niet anders kon dan hem aanpakken. Alsjeblieft, laat me hier wegkomen.

Precies op dat moment vulde een oorverdovend lawaai het station, en de trein arriveerde plotseling. Godzijdank.

Ze ging aan boord en keek tevreden hoe de deur voor de neus van de man dichtviel. Dronken als hij was vloekte hij en bonsde hij op het metaal.

De trein vertrok, en nu was hij niet meer dan een vlek. Eindelijk ging ze weg uit deze buurt. Op weg naar een nieuw leven.

*

Caitlin stapte uit op Columbus Circle en liep in een stevig tempo. Ze keek weer op haar horloge. Ze was 20 minuten te laat. Ze slikte.

Ben er alsjeblieft. Ga alsjeblieft niet weg. Alsjeblieft.

Terwijl ze nog maar een paar straten verwijderd was van haar doel, voelde ze plotseling een steek in haar maag. Ze stopte, onthutst door de enorme pijn.

Ze boog voorover, greep naar haar maag en kon zich niet bewegen. Ze vroeg zich af of er mensen naar haar staarden, maar ze had teveel pijn om daar wat om te geven. Ze had nog nooit iets als dit ervaren. Ze had moeite om op adem te komen.

Mensen liepen snel voorbij aan beide kanten, maar niemand stopte om te kijken of alles goed was.

Na een minuut of wat stond ze langzaam weer op. De pijn begon te zakken.

Ze ademde diep, zich afvragend wat het in hemelsnaam geweest kon zijn.

Ze begon weer te lopen, en ging in de richting van het café. Maar ze voelde zich helemaal gedesoriënteerd. En er was nog iets… Honger. Het was geen normale trek, maar een diepe en onlesbare dorst. Toen een vrouw voorbij liep met haar hond, merkte Caitlin dat ze zich omdraaide en naar het dier staarde. Ze draaide haar nek naar het dier, en staarde naar zijn nek.

Tot haar verbazing kon ze alle details van de aderen zien op de hondenhuid, net als het bloed dat erdoorheen stroomde. Ze keek naar de hartslag in het bloed en voelde een suffe en verdovende prikkeling in haar eigen tanden. Ze wilde het bloed van die hond.

Alsof hij voelde dat hij bekeken werd, draaide de hond zich om en staarde angstig naar Caitlin. Hij gromde en haastte zich weg. De eigenaar draaide zich om en keek naar Caitlin, en begreep niet wat er aan de hand was.

Caitlin liep verder. Ze begreep niet wat er met haar gebeurde. Ze hield van honden. Ze zou nooit een dier kwaad doen, nog geen vlieg. Wat gebeurde er met haar?

De hongerpijn verdween net zo snel als hij gekomen was, en Caitlin voelde zich weer normaal worden. Toen ze de hoek omging, kwam het café in zicht en versnelde ze haar pas. Ze ademde diep in en voelde zich bijna weer zichzelf. Ze keek op haar horloge. 30 Minuten te laat. Ze bad dat hij er was.

Ze opende de deuren. Haar hart klopte in haar keel, deze keer niet van pijn, maar uit angst dat Jonah al weg was.

Caitlin keek snel het café in. Ze liep snel naar binnen, buiten adem en voelde zich nu al in de kijkgaten lopen. Ze kon alle ogen op haar voelen, en zocht de rijen tafel aan haar linkerkant af, en daarna aan haar rechterkant. Maar er was geen teken van Jonah. Haar hart stond stil. Hij was vast al weg.

“Caitlin?”

Caitlin draaide rond. Daar stond Jonah, grijnzend. Ze voelde haar hart opspringen van vreugde.

“Het spijt me enorm,” zei ze haastig. “Normaal kom ik nooit te laat. Maar ik – het –”

“Het is goed,” zei hij, en legde zacht zijn hand op haar schouder. “Zit er maar niet over in. Ik ben blij dat het goed met je gaat,” voegde hij eraan toe.

Ze keek op naar zijn lachende, groene ogen, omgeven door een nog steeds blauw en gezwollen gezicht, en voor het eerst die dag voelde ze zich tot rust komen. Ze voelde dat alles goed zou komen.

“Maar we hebben niet veel tijd meer als we op tijd willen komen,” zei hij. “We hebben maar ongeveer vijf minuten. Dus we zullen dat kopje koffie een andere keer moeten nemen.”

“Dat is prima,” zei ze. “Ik ben al blij dat we het concert niet helemaal gemist hebben. Ik voel me zo’n –”

Caitlin keek plotseling omlaag en schrok zich toen ze zich realiseerde dat ze nog in haar normale kleding rondliep. Ze had haar sporttas met mooie kleren en schoenen nog vast. Ze had vroeg in het café willen komen, om naar het toilet te gaan om haar mooie kleding aan te trekken, zodat ze klaar was om met Jonah op pad te gaan. Nu stond ze daar voor hem, gekleed als een sloeber met een sporttas in haar handen. Haar gezicht werd rood. Ze wist niet wat ze moest zeggen.

“Jonah, het spijt me dat ik zo gekleed ben,” zei ze. “Ik wilde me omkleden voor ik kwam, maar… Zei je dat we nog vijf minuten hebben?”

Hij keek op zijn horloge, en er verscheen een bezorgde frons op zijn gezicht.

“Ja, maar—”

“Ik ben zo terug,” zei ze, en voor hij antwoord kon geven, rende zij door het restaurant, richting het toilet.

Caitlin stormde het toilet binnen en deed het achter zich op slot. Ze trok haar sporttas open en rukte al haar mooie kleding eruit, die nu verkreukeld was. Ze trok haar kleren en sneakers uit, en trok haar zwartfluwelen rok en witte zijden blouse aan. Ze haalde ook een paar nepdiamantoorbellen tevoorschijn en deed die in. Ze waren goedkoop, maar werkten goed. Ze maakte haar outfit af met haar zwarte schoenen met hoge hakken.

Ze keek in de spiegel. Ze was wat verkreukeld, maar niet zo erg als ze had gedacht. Haar blouse was een beetje open, en liet het kruisje om haar nek zichtbaar. Ze had geen tijd voor make-up, maar ze was in ieder geval goed gekleed. Snel maakte ze haar hand nat en haalde ze die door het haar, en ze deed een paar plukjes goed. Als kers op de taart deed ze haar zwartleren riem om.

Ze wilde al naar buiten rennen, toen ze haar stapel oude kleding en sneakers opmerkte. Ze aarzelde twijfelend. Ze wilde die kleren niet de rest van de avond met zich meedragen. Sterker nog, ze wilde die kleren helemaal nooit meer dragen.

Ze pakte ze allemaal op, maakte er een bal van en propte ze met groot genoegen in de prullenbak in de hoek van de ruimte. Nu droeg ze de enige outfit die ze nog had.

Ze voelde zich goed, zoals ze haar nieuwe leven in deze kleren tegemoet liep.

Jonah wachtte op haar buiten het café, tikkend met zijn voet en kijkend op zijn horloge. Toen ze de deur opende, draaide hij zich snel op en toen hij haar zo opgedirkt zag, verstijfde hij. Hij staarde haar sprakeloos aan.

Caitlin had nog nooit een jongen zo naar haar zien kijken. Ze had zichzelf nooit heel aantrekkelijk gevonden. De manier waarop Jonah naar haar keek maakte dat ze zich… speciaal voelde. Het liet haar, voor het eerst in haar leven, voelen als een vrouw.

“Je ziet er… prachtig uit,” zei hij zachtjes.

“Dank je,” zei ze. Jij ook, wilde ze antwoorden, maar ze hield zich in.

Met haar nieuwe zelfvertrouwen liep ze op het af, liet haar hand in zijn arm glijden en leidde ze hem rustig naar Carnegie Hall. Hij liep met haar mee, versnelde het tempo en plaatste zijn vrije hand op die van haar.

Het voelde goed om arm in arm te lopen met een jongen. Ondanks alles dat die dag was gebeurd, en de dag daarvoor, was Caitlin nu in de zevende hemel.

Hoofdstuk Zes

Carnegie Hall zat helemaal vol. Jonah leidde haar door het opeengepakte publiek, richting Will Call. Het was niet eenvoudig om daar te komen. Het was een rijk, veeleisend publiek en iedereen leek haast te hebben om naar het concert te komen. Ze had nog nooit zoveel chic geklede mensen op één plek gezien. De meeste mannen waren in driedelig pak en de vrouwen droegen lange avondjurken. Overal glinsterden juwelen. Het was spannend.

Jonah haalde de tickets tevoorschijn en leidde haar mee de trap op. Hij gaf de kaartjes aan de controleur, die ze afscheurde en teruggaf.

“Mag ik er een houden?” vroeg Caitlin toen Jonah de twee tickets in zijn zak wilde stoppen.

“Natuurlijk,” zei hij, en hij gaf er een aan haar.

Ze wreef erover met haar duim.

“Ik vind het leuk om dit soort dingen te houden,” ging ze verder, en ze begon te blozen. “Ik ben een beetje sentimenteel, denk ik.”

Jonah glimlachte toen ze het in haar borstzak deed.

Ze werden door een luxueuze hal met dik, rood tapijt geleid. Foto’s van artiesten en zangers hingen in lijstjes aan de muren.

“Hoe heb je eigenlijk vrijkaarten gekregen?” vroeg Caitlin.

“Mijn altvioolleraar,” antwoordde hij. “Hij heeft seizoenskaarten. Hij kon vanavond niet, dus gaf hij ze aan mij. Ik hoop dat je het niet erg vindt dat ik er niet zelf voor heb betaald,” voegde hij eraan toe.

Ze hem verward aan.

“Onze date,” beantwoordde hij haar blik.

“Natuurlijk niet,” zei ze. “Jij hebt me hiernaartoe meegenomen. Dat is alles dat telt. Dit is geweldig.”

Caitlin en Jonah werden door een medewerker begeleid door een kleine deur, waardoor ze recht in de concertzaal uitkwamen. Het was hoog, misschien wel 15 meter, en in hun kleine box waren er maar 10 of 15 stoelen. Hun stoelen stonden op de rand van het balkon, strak tegen de reling.

Jonah trok haar dikke pluchestoel voor haar naar achteren, en ze keek omlaag naar het enorme publiek en naar alle artiesten. Het was de chicste plek waar ze ooit was geweest. Ze keek uit over een zee van grijs haar, en ze voelde zich ineens 50 jaar te jong om hier te zijn. Maar ze was toch opgewonden.

Jonah ging zitten en hun ellenbogen raakten elkaar, waardoor ze een heerlijk gevoel kreeg bij de warmte van het lichaam naast haar. Terwijl ze daar zaten te wachten, wilde ze naar hem reiken en zijn hand in de hare leggen. Maar ze wilde niet te krachtig overkomen. Dus bleef ze zitten, hopend dat hij haar hand zelf zou vastpakken. Hij maakte geen enkele avances. Het was vroeg, en misschien was hij verlegen.

In plaats van haar hand pakken, wees hij iets aan over de reling.

“De beste violisten zitten vooraan op het podium,” zei hij wijzend. “Die vrouw daar is een van de beste van de wereld.”

“Heb jij hier ooit opgetreden?” vroeg ze.

Jonah lachte. “Dat zou ik willen,” zei hij. “Deze zaal is maar 50 straten van onze huizen verwijderd, maar als het op talent aankomt, zou het net zo goed de volgende planeet kunnen zijn. Misschien op een dag,” voegde hij eraan toe.

Ze keek omlaag naar het podium, naar de honderden artiesten die hun instrument stemden. Ze waren allemaal gekleed in driedelig pak, en leken allemaal serieus en geconcentreerd. Tegen de muur aan de achterkant stond een enorm koor.

Plotseling stapte een jongeman van misschien 20 met lang zwart haar, gekleed in een smoking het podium op, trots als een pauw. Hij sneed door de massa aan artiesten door, en liep op het midden van het podium af. Terwijl hij dat deed, stond het hele publiek op en applaudisseerde het.

“Wie is dat?” vroeg Caitlin.

Hij bereikte het centrum en boog herhaaldelijk met een glimlach. Zelfs van hierboven kon Caitlin zien dat hij heel aantrekkelijk was.

“Sergei Rakov,” antwoordde Jonah. “Hij is een van de beste zangers ter wereld.”

“ Maar hij ziet er zo jong uit.”

“Het gaat niet om leeftijd, maar om talent,” antwoordde Jonah. “Er is talent, maar er is ook talent. Om zóveel talent te krijgen, moet je ermee geboren zijn – en je moet heel veel oefenen. Geen vier uur per dag, maar acht uur per dag. Iedere dag. Zelfs als ik dat kon, zou mijn vader me dat niet toestaan.”

“Waarom niet?”

“Hij wil niet dat de altviool het enige in mijn leven wordt.”

Ze kon de teleurstelling in zijn stem horen.

Uiteindelijk ebde het applaus weg.

“Vanavond spelen ze de Negende Symfonie van Beethoven,” zei Jonah. “Het is waarschijnlijk zijn meest beroemde stuk. Heb je het ooit eerder gehoord?”

Caitlin schudde haar hoofd, en voelde zich dom. Ze had klassieke muziekles gehad in de derde klas, maar ze had nauwelijks geluisterd naar wat de leraar te vertellen had. Ze snapte het niet echt, en ze waren weer verhuisd, en haar gedachten waren ergens anders. Nu wenste ze dat ze wél had geluisterd.

“Er is een enorm orkest voor nodig,” zei hij, “en een enorm koor. Het vereist waarschijnlijk meer van de artiesten dan welk ander muziekstuk ook. Het is geweldig om te zien. Daarom is het hier vanavond zo vol.”

Ze keek naar de ruimte. Er waren duizenden mensen, en geen enkele lege stoel.

“Deze symfonie was de laatste van Beethoven. Hij was stervende, en dat wist hij ook. Hij zette dat om in muziek. Het is het geluid van zijn naderende dood.” Hij draaide zich naar haar om en grijnsde verontschuldigend. “Sorry voor de morbide speech.”

“Dat zit wel goed hoor,” zei ze, en ze meende het. Ze hield ervan hem te horen praten. Ze hield van zijn stemgeluid. Ze hield van wat hij allemaal wist. Al haar vrienden hadden altijd van die lichtzinnige gesprekken, maar zij wilde wat meer. Ze voelde zich gelukkig naast hem.

Er was zoveel dat ze tegen Jonah wilde zeggen, zoveel vragen die ze wilde stellen – maar de lichten werden gedimd en er daalde een stilte over het publiek neer. Ze zou moeten wachten. Ze leunde achterover en maakte het zich gemakkelijk.

Ze keek omlaag, en tot haar verrassing lag Jonahs hand daar. Hij had hem om de armleuning tussen hen gelegd met de handpalm omhoog, haar eigen hand uitnodigend. Ze reikte ernaar, langzaam om niet wanhopig te lijken, en legde haar hand in de zijne. Zijn hand was zacht en warm. Ze voelde haar hand met die van hem versmelten.

Toen het orkest begon en de eerste noten weerklonken – zachte, kalmerende noten – voelde ze een golf van vredigheid over zich heenkomen, en ze bedacht dat ze nog nooit zo gelukkig was geweest. Ze vergat alle gebeurtenissen van de dag daarvoor. Als dit het geluid van de dood was, wilde zij meer horen.

*

Terwijl Caitlin daar zat, zichzelf verliezend in de muziek, zich afvragend waarom ze dit nog nooit eerder had gehoord, en zich afvragend hoelang ze haar date met Jonah kon rekken, gebeurde het opnieuw. De pijn kwam plotseling op. Het sloeg toe in haar maag, net als op straat, en het kostte haar al haar wilskracht om niet op haar knieën voor Jonah te vallen. Ze knarste met haar tanden stil en worstelde om adem te halen. Ze kon het zweet voelen uitbreken op haar voorhoofd.

Nog een steek.

Deze keer slaakte ze een gilletje van pijn, maar net genoeg om boven de muziek uit te komen, die net aan het aanzwellen was. Jonah had het gehoord, en hij draaide zich om en keek haar bezorgd aan. Hij legde zacht een hand op haar schouder.

“Gaat het?” vroeg hij.

Het ging niet. De pijn overweldigde haar. En nog iets: honger. Ze voelde zich onstilbaar. Ze had nog nooit zoiets gevoeld in haar hele leven.

Ze keek naar Jonah, en haar ogen schoten recht naar haar nek. Ze fixeerde haar blik op het pulseren van zijn slagader, en volgde die van zijn oor tot zijn keel. Ze zag het kloppen. Ze telde de hartslagen.

“Caitlin?” vroeg hij opnieuw.

Het verlangen was overweldigend. Ze wist dat als ze nog een seconde langer zou blijven zitten, ze zich niet meer in zou kunnen houden. Als ze niet werd ingetoomd, zou ze haar tanden zeker in de nek van Jonah planten.

Met haar laatste restje wilskracht sprong Caitlin van haar stoel, klom met een sprong over Jonah heen en haastte zich naar de deur.

Op datzelfde moment gingen alle lichten in de zaal ineens aan, toen het orkest de laten noten speelde. Pauze. Het hele publiek stond op en klapte luid.

Caitlin bereikte de uitgang een paar seconde voor de massa uit hun stoelen kon opstaan.

“Caitlin!?” Jonah schreeuwde ergens achter haar. Hij was waarschijnlijk opgestaan en volgde haar nu.

Ze kon hem haar niet laten zien zoals ze nu was. Belangrijker, ze mocht hem niet in haar buurt laten. Ze voelde zich een beest. Ze rende door de lege hal van Carnegie Hall, liep sneller en sneller, en uiteindelijk kwam ze op volle sprintsnelheid.

Voor ze het wist rende ze op onmogelijke snelheid en vloog ze over het tapijt door de gang. Ze was een beest op jacht. Ze had voedsel nodig. Ze wist genoeg om te weten dat ze zich moest verwijderen van het publiek. En snel ook.

Ze vond een deur naar buiten en zette haar schouders eronder. Hij zat op slot, maar ze leunde er zo hard tegenaan dat hij uit zijn scharnieren brak.

Ze bevond zich in een afgesloten trappenhuis. Ze sprintte de trap af met drie treden tegelijk, tot ze bij een andere deur uitkwam. Ook daar zette ze haar schouders tegenaan, en ze bevond zich in een nieuwe gang.

Deze hal was zelfs nog chiquer – en leger – dan de vorige. Zelfs in haar haast kon ze zien dat ze in een soort backstage-gebied was. Ze liep de hal door, boog voorover van de hongerpijn en wist dat ze het geen moment langer zou uithouden.

Ze hief haar hand op en sloeg die in de eerste deur die ze zag, en die opende met een klap. Het was een privékleedkamer.

Sergei zat zichzelf voor de spiegel te bewonderen. De zanger. Dit moest zijn backstage kleedruimte zijn. Op de een of andere manier was ze hier gekomen.

Hij stond geïrriteerd op.

“Het spijt me, maar op dit moment geef ik geen handtekeningen,” snauwde hij. “De beveiliging moet u dat verteld hebben. Dit is mijn privétijd. Excuseert u mij nu, ik moet me voorbereiden.”

Met een diepe brul vanuit haar keel, sprong Caitlin recht op zijn keel af, en verzonken haar tanden er diep in.

Hij schreeuwde, maar het was te laat

Haar tanden verzonken diep in het vlees. Ze dronk. Ze voelde zijn bloed door haar eigen aderen lopen, en haar honger gestild worden. Dat was precies wat ze nodig had. En ze had geen moment langer moeten wachten.

Sergei zakte bewusteloos in zijn stoel, en Caitlin leunde glimlachend achterover, met haar gezicht onder het bloed. Ze had een nieuwe smaak ontdekt. En niets zou haar in de weg staan om daar meer van te krijgen.

Возрастное ограничение:
16+
Дата выхода на Литрес:
10 октября 2019
Объем:
142 стр. 5 иллюстраций
ISBN:
9781632911049
Правообладатель:
Lukeman Literary Management Ltd
Формат скачивания:
epub, fb2, fb3, ios.epub, mobi, pdf, txt, zip

С этой книгой читают

Новинка
Черновик
4,9
178