Читать книгу: «Wachten», страница 4

Шрифт:

HOOFDSTUK ZEVEN

Riley was zo duizelig dat ze bang was dat ze flauw zou vallen.

Ze wist op haar benen te blijven, maar ze was bang dat ze zou overgeven, net als in het appartement.

Dit kan toch niet echt zijn, dacht ze.

Dit moet een nachtmerrie zijn.

De politie en andere mensen stonden rondom een lichaam in compleet clownskostuum. Het kostuum was opgebold en felgekleurd met grote pompomknopen. Een paar overgrote schoenen maakte het geheel af.

Het spierwitte gezicht had een geschminkte glimlach, een felrode neus, en overdreven ogen en wenkbrauwen. Het gezicht werd omgeven door een gigantische rode pruik. Naast het lichaam lag een dekzeil op een hoopje.

Het drong tot Riley door dat het lichaam van een vrouw was.

Nu haar hoofd wat helderder begon te worden, bemerkte ze een duidelijke, onplezierige geur in de lucht. Ze bekeek het omliggende gebied en betwijfelde dat de geur van het lichaam kwam – niet helemaal in ieder geval. Overal lag afval verspreid. De ochtendzon versterkte de geur van vanalles dat door de mensheid weggeworpen was.

Een man met een witte jas knielde naast het lichaam en bestuurde het zorgvuldig. Crivaro stelde hem voor als Victor Dahl, de patholoog van DC.

Crivaro schudde zijn hoofd en zei tegen Dahl, “Dit is nog raarder dan ik verwacht had.”

Dahl stond op en zei, “Ja, raar. En precies als bij het laatste slachtoffer.”

Riley dacht…

Het laatste slachtoffer?

Was er een andere clown voor deze vermoord?

“Ik ben net pas ingelicht,” zei Crivaro tegen Dahl en de politieagenten. “Zouden jullie misschien mijn pupil hier kunnen informeren wat er hier gaande is? Ik weet zelf nog niet alles over de zaak.”

Dahl keek even naar Riley en aarzelde even. Riley vroeg zich af of ze er net zo misselijk uitzag als ze zich voelde. Maar toen begon de patholoog het toch uit te leggen.

Op zaterdagochtend werd een lichaam gevonden in het steegje achter een bioscoop. Het slachtoffer was een jonge vrouw genaamd Margo Birch – en ze was min of meer op dezelfde manier gekleed en geschminkt als dit slachtoffer. De politie dacht dat het weliswaar een bizarre moord was, maar wel eenmalig. En toen verscheen dit lijk gisteravond. Weer een jonge vrouw die zo geschminkt en gekleed is.”

Toen begreep Riley het. Dit was geen daadwerkelijke clown. Dit was een doodnormale jonge vrouw die verkleed was als clown. Twee zulke vrouwen waren bizar aangekleed en opgemaakt en toen vermoord.

Crivaro voegde toe, “En op dat moment werd het een FBI-zaak en werden wij erbij gehaald.

“Zo is het,” zei Dahl, terwijl het afval verspreid over het veld bekeek. “Er was een paar dagen lang hier een kermis. Op zaterdag was het afgelopen. Daar komt al deze rotzooi vandaan – het veld is nog niet schoongemaakt. Gisteravond laat kwam een plaatselijke vent hier langs met een metaaldetector, op zoek naar muntjes die mensen tijdens de kermis misschien hadden laten vallen. Hij vond het lichaam, dat toen met dat dekzeil bedekt was.

Riley draaide zich om en zag dat Crivaro haar nauwlettend in de gaten hield.

Was hij alleen maar aan het opletten dat ze zich bij haar eigen zaken hield?

Of was hij haar reacties aan het peilen?

Ze vroeg, “Is de vrouw al geidentificeerd?”

Een van de agenten zei, “Nog niet.”

Crivaro voegde toe, “We richten onze aandacht op de melding van een specifiek vermist persoon. Gisterochtend werd een professioneel fotograaf genaamd Janet Davis als vermist opgegeven. Ze was de avond tevoren foto’s gaan maken in het Lady Bird Johnson park. De politie vroeg zich af of zij dit kon zijn. Agent McCune is op dit moment bij haar man. Misschien kan hij ons helpen haar te identificeren.

Riley hoorde het geluid van voertuigen die verderop in de straat stopten. Ze ging kijken en zag een paar busjes van TV-journaal staan.

“Verdomme,” zei een van de politieagenten. “We hebben het clownaspect van de vorige moord tot nu toe geheim weten te houden. Zullen we haar weer bedekken?”

Crivaro gromde van irritatie toen de nieuwscrew uit een van de busjes stroomde met een camera en microfoon. De crew haastte zich het veld op.

“Daar is het te laat voor,” zei hij. “Ze hebben het slachtoffer al gezien.”

Terwijl de andere mediabusjes aanreden, mobiliseerden Crivaro en de patholoog de politieagenten om de journalisten zo ver van het politietape te houden als ze konden.

In de tussentijd keek Riley naar het slachtoffer en vroeg zich af…

Hoe is ze gestorven?

Ze kon de vraag op dat moment aan niemand stellen. Iedereen was druk bezig met de journalisten, die luidruchtig vragen stelden.

Riley boog zich voorzichtig over het lichaam, en zei tegen zichzelf…

Niks aanraken.

Riley zag dat de ogen en mond van het slachtoffer open waren. Die uitdrukking van doodsangst had ze eerder gezien.

Ze herinnerde zich maar al te goed hoe haar twee vriendinnen in Lanton eruit hadden gezien nadat hen de keel was doorgesneden. Bovenal herinnerde ze zich de onwaarschijnlijke hoeveelheden bloed op de vloer van de campuskamer waar ze hun lichamen gevonden had.

Maar hier lag er geen bloed.

Ze zag wat leek op een paar kleine sneewonden in het gezicht en nek van de vrouw, die door de witte schmink te zien waren.

Wat was de betekenis van die sneewonden? Ze waren toch zeker niet groot genoeg om fataal te zijn.

Ze zag ook dat de schmink onhandig en moeizaam aangebracht was.

Ze heeft het niet zelf aangebracht, dacht ze.

Nee, dat had iemand anders gedaan, misschien tegen de wil van het slachtoffer.

Toen voelde Riley een vreemde verschuiving in haar bewustzijn – iets dat ze niet had gevoeld sinds die verschrikkelijke dagen in Lanton.

Ze huiverde toen ze besefte wat dat gevoel was.

Ze begon in het hoofd van de moordenaar te kruipen.

Hij heeft haar zo aangekleed, dacht ze.

Hij had haar waarschijnlijk in het kostuum geplaatst nadat ze dood was, maar ze was bij bewustzijn geweest toen hij haar gezicht met schmink besmeerde. Aan haar dode, geopende ogen te zien, was ze maar al te bewust geweest van wat er met haar aan het gebeuren was.

En hij genoot ervan, dacht ze. Hij genoot van haar doodsangst terwijl hij haar schminkte.

Nu begreep Riley ook de kleine sneewonden.

Hij pestte haar met een mes.

Hij treiterde haar – deed haar zich afvragen hoe hij haar ging vermoorden.

Riley hapte naar adem en stond op. Een nieuwe vlaag van misselijkheid en duizeligheid spoelde over haar heen en deed haar bijna weer omvallen, maar iemand pakte haar bij de arm.

Ze draaide zich om en zag dat Jake Crivaro haar val had tegengehouden.

Hij keek haar recht in de ogen. Riley wist dat hij precies begreep wat ze zojuist had ervaren.

Met een rauwe, diepgeschokte stem vertelde ze hem…

“Hij heeft haar zo bang gemaakt dat ze eraan overleed. Ze ging dood van angst.”

Riley haarde Dahl een gilletje van verbazing slaken.

“Wie heeft je dat verteld?” vroeg Dahl, terwijl hij op Riley af liep.

Crivaro zei tegen hem, “Niemand heeft het haar verteld. Klopt het?”

Dahl haalde zijn schouders wat op.

“Misschien. Of in ieder geval iets dergelijks, als het is zoals bij het andere slachtoffer. Margo Birch’s bloedbaan zat tjokvol amfetaminen, een fatale dosis die haar hartslag stopte. De arme vrouw moet waanzinnig van angst zijn geweest tot aan het moment dat ze overleed. We moeten nog de toxicologie doen op dit nieuwe slachtoffer, maar…”

Zijn stem vlakte af, en toen vroeg hij Riley, “Hoe wist je dat?”

Riley had geen idee wat ze moest zeggen.

Crivaro zei, “Dit is wat zij doet. Dit is waarom ze hier is.”

Riley rilde hevig bij het horen van die woorden.

Is dit echt iets dat ik goed wil kunnen? vroeg ze zichzelf.

Ze vroeg zich af of ze misschien toch haar ontslagbrief had moeten indienen.

Misschien moest ze hier niet zijn.

Misschien moest ze hier niet aan deelnemen.

Een ding wist ze zeker – Ryan zou het afschuwelijk vinden als hij wist waar ze op dit moment was en wat ze aan het doen was.

Crivaro vroeg Dahl, “Hoe moeilijk zou het voor de moordenaar zijn om deze specifieke amfetamine aan te schaffen?”

“Helaas,” antwoordde de patholoog, “is het eenvoudig op straat te krijgen.”

Crivaro’s telefoon zoemde. Hij keek ernaar. “Het is Agent McCune. Ik moet deze aannemen.”

Crivaro liep weg en sprak in zijn mobiele telefoon. Dahl bleef naar Riley staren alsof ze een soort monster was.

Misschien heeft hij gelijk, dacht ze.

Intussen hoorde ze een paar van de vragen die de journalisten stelden.

“Klopt het dat Margo Birch op dezelfde manier is vermoord?”

“Was Margo Birch op dezelfde manier aangekleed en geschminkt?”

“Waarom kleedt deze moordenaar zijn slachtoffers aan als clowns?”

“Is dit het werk van een seriemoordenaar?”

“Gaan er nog meer clownmoorden komen?”

Riley herinnerde zich wat een van de agenten net gezegd had…

“We hebben het clownaspect van de andere moord tot nu toe geheim weten te houden.”

Duidelijk circuleerden desondanks geruchten. En nu kon de waarheid niet langer stilgehouden worden.

De politie probeerde zo min mogelijk te zeggen in hun antwoorden. Maar Riley wist nog hoe agressief de journalisten waren geweest in Lanton. Ze begreep ten volle waarom Jake en de politieagenten niet blij waren geweest met de komst van deze journalisten. De publiciteit zou hun werk er niet gemakkelijker op maken.

Crivaro liep terug naar Riley en Dahl en stak zijn telefoon in zijn zak.

“McCune heeft net met de man van de vermiste vrouw gesproken. De arme vent is doodongerust, maar hij heeft McCune iets gezegd dat misschien van nut is. Hij zei dat ze een moedervlek had vlak achter haar rechteroor.”

Dahl knielde en keek achter het oor van het slachtoffer.

“Zij is het,” zei hij. “Hoe zei je dat ze ook alweer heette?”

“Janet Davis,” zei Crivaro.

Dahl schudde zijn hoofd. “Tja, in ieder geval hebben we het slachtoffer geidentificeerd. We kunnen haar evengoed hiervandaan brengen. Het was wel fijn geweest als we geen last hadden gehad van de rigor mortis.”

Riley keek toe terwijl Dahls team het lijk op een draagbaar laadde. Het ging onhandig. Het lichaam was stijf als een standbeeld, en de opgebolde kleding aan de ledematen vlogen alle richtingen op en staken uit vanonder het witte laken dat het bedekte.

Eindelijk zelf ook met stomheid geslagen, staarden de journalisten terwijl de draagbaar langs het veld richting het busje van de patholoog ratelde met zijn groteske last.

Terwijl het lichaam in het busje verdween duwden Riley en Crivaro zich voorbij de journalisten terug naar hun eigen auto.

Terwijl Crivaro wegreed vroeg Riley waar ze nu naartoe gingen.

“Hoofdkantoor,” zei Crivaro. “McCune vertelde dat een paar politieagenten de buurt rondom het Lady Bird Johnson park hebben doorzocht waar Janet Davis vermist raakte. Ze hebben haar camera gevonden. Ze heeft het waarschijnlijk laten vallen toen ze ontvoerd werd. De camera is nu in het FBI-hoofdkantoor. Laten we gaan kijken wat de techneuten eruit kunnen halen. Misschien hebben we geluk en komt er wat bewijsmateriaal uit.”

Dat woord zat Riley dwars…

“Geluk”.

Het leek een vreemd woord om te gebruiken over iets zo duidelijk ongelukkigs als de moord op een vrouw.

Maar Crivaro meende duidelijk wat hij had gezegd. Ze vroeg zich af hoe gehard hij moest zijn geworden na het werk zoveel jaren te hebben gedaan.

Was hij volledig immuun voor gruwelijkheden?

Uit de toon van zijn stem kon ze niets opmaken terwijl hij vervolgde…

“En Janet Davis’s man heeft McCune foto’s laten bekijken die de laatste paar maanden had genomen. McCune vond een paar foto’s die ze in een kostuumwinkel had genomen.”

Riley voelde een tinteling van interesse.

Ze vroeg, “Bedoel je het soort winkel dat wellicht clownskostuums verkoopt?”

Crivaro knikte. “Klinkt interessant, nietwaar?”

“Maar was betekent het?” zei Riley.

Crivaro zei, “Dat is nu nog moeilijk te zeggen – behalve dat Janet Davis genoeg interesse had in kostuums om er foto’s van te nemen. Haar man herinnert zich dat ze het erover had, maar ze heeft hem niet verteld waar. McCune probeert er nu achter te komen in welke winkel ze de foto’s heeft genomen. Dan belt hij me. Het zal hem niet al te lang duren.”

Crivaro viel even stil.

Toen keek hij even naar Riley en vroeg, “Hoe ben jij eronder?”

“Prima,” zei Riley.

“Weet je dat zeker?” vroeg Crivaro. Je ziet wat bleek, alsof je niet lekker bent.”

Dat klopte natuurlijk een combinatie van ochtendmisselijkheid en de schok van wat ze zojuist gezien had was haar flink parten gaan spelen. Maar het laatste ter wereld dat ze Crivaro wilde vertellen was dat ze zwanger was.

“Het gaat prima met me,” hield Riley vol.

Crivaro zei, “Ik neem aan dat je net een en ander aanvoelde over de moordenaar.”

Riley knikte in stilte.

“Is er verder nog iets dat ik moet weten – buiten de mogelijkheid dat hij het slachtoffer zo bang maakte dat die eraan overleed?”

“Niet veel,” zei Riley. “Hij is alleen…”

Ze weifelde en vond toen het woord dat ze zocht. “Sadistisch.”

Ze reden verder in stilte en Riley begon zich de aanblik van het lichaam uitgespreid op de draagbaar voor de geest te halen. Ze voelde weer het afgrijzen dat het slachtoffer zelfs na haar dood zoveel vernedering en onwaardigheid moest ervaren.

Ze vroeg zivh af wat voor monster dit iemand zou willen aandoen.

Zo dicht als ze zich tijdelijk tot de moordenaar voelde, wist ze dat ze niet eens een klein beetje zou kunnen begrijpen hoe zijn gestoorde brein werkte.

En ze wist wel zeker dat ze dat ook niet wilde.

Maar wat stond haar te wachten voordat de case opgelost was?

En daarna?

Is dit hoe mijn leven eruit gaat zien?

HOOFDSTUK ACHT

Terwijl Riley en Crivaro het schone, ge-airconditionde J. Edgar Hoovergebouwinliepen, voelde ze nog altijd de grofheid van het plaats delict aan haar kleven. Het was alsof de gruwelijkheid zich in haar porien had gedrongen. Hoe zou ze dit ooit van zich afschudden – vooral de geur?

Tijdens de rit hiernaartoe, had Crivaro Riley ervan verzekerd dat de geur die ze in het veld had geroken niet van het lichaam kwam. Zoals Riley al had geraden, was het maar van het afval dat verspreid lag na de kermis. Janet Davis’s lichaam was niet lang genoeg dood om veel geur te verspreiden – en de lichamen van Riley’s vermoorde vriendinnen die ze toen in Lanton gevonden had ook niet.

Riley had de stank van een ontbindend lijk nog niet ervaren.

Crivaro had tijdens de rit gezegd…

“Als je het ruikt zal je weten wat het is.”

Dat was niet iets waar Riley naar uitkeek.

Wederom vroeg ze zich af…

Wat doe ik hier in godsnaam?

Zij en Crivaro namen de lift naar een verdieping die in beslag genomen werd door tientallen forensische laboratoria. Ze volgde Crivaro de gang door tot ze bij een kamer kwamen met een bordje “DONKERE KAMER”. Een slungelige, langharige jonge man leunde naast de deur.

Crivaro stelde zichzelf en Riley voor aan de man, die knikte en zei, “Ik ben Charlie Barrett, forensisch technicus. Je bent hier net op tijd. Ik ben even pauze aan het houden van het ontwikkelen van de negatieven van de camera die ze in het Lady Bird Johnson park hebben gevonden. Ik ging juist terug om wat afdrukken te maken. Kom binnen.”

Charlie leidde Riley en Crivaro naar een kleine hal die gevuld werd door oranje-bruin licht.Toen liepen ze door een tweede deur een kamer in die overspoeld werd met hetzelfde vreemde licht.

Het eerste dat Riley opviel was de doordringende, bijtende geur van chemicalien.

Vreemd genoeg vond ze het geen vervelende geur.

In plaats daarvan leek het haast…

Louterend, besefte Riley.

Voor het eerst sinds ze het veld waar ze het lichaam hadden gevonden had verlaten, was de klevende, zure stank van afval weg.

Zelfs de afschuw vervloog een beetje, en Riley’s misselijkheid verdween.

Dat was een fikse opluchting.

Riley spiedde door het gedempte, onaardse licht, gefascineerd door de complexe apparatuur.

Charlie hield een velletje papier omhoog met rijen plaatjes, en inspecteerde het in het gedempte licht.

“Hier zijn de proefdrukken,” zei hij. “Zo te zien was ze een verdomd goeie fotograaf. Triest wat haar is overkomen.”

Terwijl Charlie zijn filmstrookjes op een tafel legde, realiseerde Riley zich dat ze nooit eerder in een donkere kamer geweest was. Ze had haar eigen filmrolletjes altijd naar een drogisterij gebracht om die te laten afdrukken. Ryan en enkele van haar vrienden hadden recentelijk digitale camera’s gekocht, die uberhaupt geen film gebruikten.

Janet Davis’ echtgenoot had McCune verteld dat zijn vrouw voor haar fotografie beide soorten camera’s had gebruikt. Voor haar professionele werk gebruikte ze meestal een digitale camera. Maar de plaatjes die ze in het part ging schieten beschouwde ze als kunst, en daarvoor gaf ze de voorkeur aan filmcamera’s.

Riley bedacht dat Charlie ook een kunstenaar leek te zijn, een ware meester in wat hij deed. Dat deed haar denken…

Is dit een aflopend ambacht?

Zou ooit dit ambachtswerk van film, papier, instrumenten, thermometers, timers, ventielen en chemicalien ooit dezelfde richting op gaan als hoefsmederij?

Zo ja, dan leek dat een nogal treurig iets.

Charlie begon een voor een de afdrukken te maken – eerst vergrootte hij het negatief op een stuk fotografisch papier, toen weekte hij het papier langzaam in een bak met ontwikkelvloeistof, gevolgd door wat Charlie een “stopbad” en een “fixeerbad” noemde. Daarna volgde een lang afspoelen boven een stalen wasbak onder kraanwater. Tenslotte hing Charlie de foto’s aan knijpers boven een draaibaar statief.

De procedure was traag, en stil. De stilte werd uitsluitend doorbroken door de druppelgeluiden van de vloeistof, het schuifelen van voeten, en een paar woorden af en toe uitgesproken op bijna plechtige fluistertoon. Het voelde gewoon verkeerd om hier hardop te praten.

Riley vond de stilte en traagheid haast griezelig ontspannend na de rumoerige wanorde bij de plaats delict, toen de politie de journalisten met moeite op afstand wisten te houden.

Riley keek gefascineerd toe hoe de beelden gedurende een lange minuten onthuld werden – eerst spookachtig en onduidelijk, toen eindelijk met scherpe helderheid en contrast toen ze druipend aan het statief hingen.

De zwart-witte foto’s gaven een beeld van een rustige, gemoedelijke avond in het park. Eentje liet een houten voetgangersbrug zien die over een smal stroompje water strekte. Een andere leek in eerste instantie een zwerm zeemeeuwen in volle vlucht te zijn, maar toen het beeld scherper begon te worden besefte Riley dat de vogels onderdeel van een groter standbeeld waren.

Een andere foto toonde een obelisk van ruw steen waarover het Washington Monument in de verte torende. Andere beelden waren van fiets-en wandelpaden die door de beboste gebieden leidden.

De foto’s waren duidelijk tegen zonsondergang, hetgeen zachte grijze schaduwen, gloeiende aureolen en silhouetten gecreeerd had. Riley kon meekomen in Charlies mening dat Janet Davis een verdomd goede fotograaf was geweest.

Riley had ook de indruk dat Janet het park goed gekend had en een aantal van haar locaties van te voren had gekozen – evenals het tijdstip, wanneer er weinig bezoekers waren. Riley kon niemand op de foto’s zien. Het was alsof Janet het park helemaal voor zichzelf alleen had gehad.

Tenslotte kwamen de foto’s van een jachthaven. De kades en boten en het water schitterden toen de zon eindelijk onder ging. De zachte kalmte van het plaatje was daadwerkelijk voelbaar. Riley kon het kalme klotsen van het water en het kwetteren van de vogels bijna horen, haast het strelen van de koele lucht tegen haar wang voelen.

En toen verscheen een veel schokkender beeld.

Ook dit was van de jachthaven – tenminste, Riley dacht dat ze de vormen van boten en kades kon ontwaren. Maar alles was wazig en chaotisch en warrig.

Riley realiseerde zich wat er gebeurd moest zijn op het moment dat ze die foto nam…

De camera werd uit haar handen geslagen.

Riley’s hart bonsde in haar keel.

Ze wist dat die foto het precieze moment vastlegde waarop Janet Davis’ wereld voor eeuwig veranderd was.

In een fractie van een seconde waren sereniteit en schoonheid verworden tot afschuw en angst.

Бесплатный фрагмент закончился.

299 ₽
Возрастное ограничение:
0+
Дата выхода на Литрес:
15 апреля 2020
Объем:
301 стр. 3 иллюстрации
ISBN:
9781094305097
Правообладатель:
Lukeman Literary Management Ltd
Формат скачивания:
epub, fb2, fb3, ios.epub, mobi, pdf, txt, zip

С этой книгой читают

Новинка
Черновик
4,9
181